GREASE GUARDIAN volautomatische vetafscheider voor onderbouw in uw keuken

   
0226 35 45 35
      
0031 226354535    

vetafscheider@horepa.nl

 
Home Capaciteit   Modellen   Wetgeving   Bestelformulier E-mail  
  Werking   Prijslijst   Video   Offerte aanvragen PDF bestanden Contact  

 

REGELS EN WETTELIJKE NORMEN VOLAUTOMATISCHE  VETAFSCHEIDER


U heeft geen ruimte voor een vetput?

Dan is de Grease Guardian als afscheider de oplossing?
Ons advies is de Grease Guardian vetafscheider te plaatsen in overleg met de milieudienst
"het bevoegde gezag" van uw gemeente.

Een veel gestelde vraag is voldoet de Greas Guardian aan NEN-EN 1825 1-2?

Het antwoord daarop is nee. Maar dat hoeft ook niet. Dit omdat deze norm uitsluitend de werking en eisen zo als afmetingen van een statische vetafscheider / vetput omschrijft. Deze statische afscheider is daarnaast ook een opslagcontainer die u maandelijks, of met aangepaste andere frequentie moet laten legen.
(Hierin wordt vet, olie vuil en slip verzameld en vind uitzakking plaats door middel van het soortelijk gewicht in water).
Deze NEN norm is o.a. om te voorkomen dat een te kleine ton, bak, regenton of beerput  als vetput wordt gebruikt.


Deze Engelse Norm heeft ook zijn langste tijd gehad. Hij is een paar keer aangepast maar is niet meer van deze tijd.
Huidige technieken laat ons water hergebruiken, drinkbaar maken, enz.  Dus u snapt dat een ton in de grond allang is achterhaald.
Deze norm wordt op dit moment in Engeland niet meer wordt toegepast.

Wat betekend dit voor u als u een vetafscheider onder uw wasbak wil plaatsen?
Het staat zo als omschreven in INFOMIL de milieudiensten vrij andere vetafscheiders toe te laten.

Indien een andere vetafscheider geplaatst gaat worden, is het aan te raden de volgende gegevens vooraf ter beoordeling te verstrekken om te voorkomen dat een vetafscheider wordt afgekeurd:

 Merk/type 

        doorstroomproef met analyseresultaten van het effluent van desbetreffende voorziening overgelegd te worden.

Heeft u vragen?  bel ons:  Tel 0226 354535

Op de website van infomil (regels) en in het activiteitenbesluit  (artikel 2.2 lid 3 en 4) en (artikel 3.131 lid 5) kan u lezen dat een vetput niet als enige de geschikte techniek is om uw afvalwater te reinigen.
Middels de BBT wat staan voor "best beschikbare techniek" dient het afvalwater gereinigd te worden. Men spreekt daar dan ook over een vetafscheider en niet over een vetput.
 
Dit kan u er over lezen op de site van infomil U kan middels PDF  Word aan uw gemeente verzoeken een Grease Guardian te mogen plaatsen als een vetput volgens NEN-EN 1825 niet kan of past.


Om te voldoen aan de huidige activiteitenbesluit kan het zijn dat u een verzoek tot gelijkwaardig moet indienen
Uw contactpersoon bij de Milieudienst van uw Gemeente kan u daarmee verder helpen.
Als aan te klikken bijlage het gelijkwaardig formulier voor deze aanvraag.  PDF
    Word document
vul dit formulier in en overhandig het aan de milieudienst waar u onder valt.

Welke technieken zijn er dan nog meer?
U zou een filter op basis van omgekeerde osmose kunnen plaatsen. Middels diverse achter elkaar geplaatste filtertechnieken haalt u alles uit het water.
Het water dat daar uit komt is direct weer te gebruiken, zelfs als drinkwater.
Maar zo extreem dat is gelukkig niet nodig. Ik geef alleen hiermee aan dat er meer technieken zijn om water schoon te maken.

De eenvoudigst optie is de Greas Guardian, een techniek die op middels een aantal filtertechnieken vuil, slip en vet/olie uit het afvalwater filtert.
meer daarover vind u hier.

Kan de gebruiker daar nog invloed op uitoefenen? Alles wordt uiteindelijk door de lozer bepaald.

Als u alles "droog" schoonmaakt boven de vuilnisbak nog voor het in contact komt met water, kan het ook niet in het riool komen.

Middels de maatwerkmogenlijkheid kan u bij "het bevoegde gezag" ( de milieudienst van uw gemeente) toestemming vragen voor de Grease Guardian vetafscheider.
Als u dit voor de aanschaf aanvraagt kan u later nooit in problemen komen.

 

 

Capaciteitsberekening van de vetput.

Met behulp van onderstaande automatische
berekeningstabel kunt u zien welke vetput/vetafscheider u moet aanschaffen.
De term
nominal size staat voor de capaciteit in: liter/seconde = l/s                voorbeeld: nominal size 2 = 2 liter/seconde

Capaciteitsberekening

Belangrijk verschil in de nieuwe norm is de capaciteitsberekening. In de NEN-EN 1825-2 worden in Annex A vier methoden van capaciteitsberekening genoemd:

  1. meting van het debiet
  2. berekening gebaseerd op aanwezige keukenapparatuur
  3. berekening gebaseerd op de soort keuken of soort vleesverwerking
  4. een op maat berekende capaciteit, die geaccepteerd is door het bevoegd gezag.

Voor de capaciteitsberekeningen onder 2 en 3 vindt u hier een rekenhulp voor de capaciteitsberekening op basis van de:

De berekeningen volgens 1 en 4 spreken voor zich.

 

Capaciteitsberekening op basis van aanwezige keukenapparatuur

Capaciteitsberekening op basis van soort keuken
of soort vleesverwerking

 

Vul achter de aanwezige apparatuur het aantal in. Vul bij uw type bedrijf het aantal maaltijden per dag en het aantal uren in dat u met die bereiding bezig bent. (openingsuren) Uw antwoord wordt uitgedrukt in norminal size.
Nominal size = (aantal liters/seconde, wat weer terugkomt in de capaciteit van onze toestellen.
Helaas ondersteunt niet elke browser onderstaande berekening tabel. Als onderstaand formulier bij u  niet werkt, bel ons, dan vullen wij hem voor u in en zenden hem per mail.

 

De Nominal size  die hierboven wordt aangegeven is gelijk aan de capaciteit in liters per minuut ook wel aangegeven als l/min 
Met dit antwoord kunt u
nu op de site naar het juiste model zoeken. Heeft u vragen? Bel ons. Tel +31 (0)226 35 45 35.


Een vetafscheider mag volgens de NEN-EN18251-2, 25 milligram vet per liter afvalwater doorlaten.
Hij voldoet daar ruim aan. U kunt dit lezen in de certificaten.
   
Origineel
EN 1825-1

certificaat 2011/2014
Nederlandse vertaling Engelse
 vertaling
Origineel
certificaat 2005/2008
   

 

Waarom een maatwerkverzoek indienen.

Op de website van infomil en in het activiteitenbesluit  (artikel 2.2 lid 3 en 4) en (artikel 3.131 lid 5) kan u lezen dat een vetput/vetafscheider niet als enige de geschikte techniek is om uw afvalwater te reinigen.

Middels de maatwerkmogenlijkheid kan u bij "het bevoegde gezag" ( de milieudienst van uw gemeente) toestemming vragen voor de Grease Guardian vetafscheider.
Als u dit voor de aanschaf aanvraagt kan u later nooit in problemen komen.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
 


Vetafscheiders

Het lozen van plantaardige of dierlijke oliën of vetten is vanuit het oogpunt van de doelmatige werking van het openbaar riool ongewenst, omdat gestold vet zich in het riool kan afzetten. Dat vermindert de afvoercapaciteit van het riool en kan zelfs tot verstopping leiden. Met het plaatsen van een goed gedimensioneerde en goed onderhouden combinatie van vetafscheider met slibvangput kunnen deze problemen worden voorkomen.

Beste beschikbare technieken (BBT)

Uitgangspunt is dat het lozen van plantaardige of dierlijke oliën en vetten zoveel mogelijk moet worden voorkomen, tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd. Deze beperking kan worden bereikt door een slibvangput en een vetafscheider te installeren. Indien deze zuiveringsvoorzieningen zijn geplaatst en voldoen aan de NEN-EN, wordt invulling gegeven aan de BBT. Daarbij is het uiteraard van belang dat er continue aandacht is voor het zo veel mogelijk voorkomen dat vet in het afvalwater geraakt.

Dit betekent dat van de ondernemer verwacht mag worden dat hij preventiemaatregelen neemt om de hoeveelheid vet in het afvalwater terug te dringen. Dit kan door zorgvuldig te werken. Bij restaurants en horecagelegenheden moeten maaltijdrestanten zoveel mogelijk droog worden verwijderd alvorens het servies afgespoeld wordt. Het gebruik van voedselrestvermalers is verboden. Ook met reinigingsmiddelen moet zorgvuldig worden omgegaan. Overdosering kan leiden tot emulgeren van het vet in het afvalwater. De kans bestaat dat dit vet verderop in het riool stolt en alsnog tot verstopping kan leiden.

Europese normen

Om een goede werking van vetafscheiders te garanderen, zijn vanaf 1990 normen ontwikkeld en vastgesteld waaraan de afscheiders moeten voldoen. De normen hebben betrekking op onder meer het ontwerp (waaronder de dimensionering) en het onderhoud van de afscheiders. Op vetafscheiders en slibvangputten was NEN 7087 van toepassing. De nationale normen zijn inmiddels vervangen door Europese normen.

Voor vetafscheiders en slibvangputten zijn dat de NEN-EN 1825-1 en -2. Het betreft een integrale overname van de oorspronkelijke (Engelstalige) EN-norm, aangevuld met een Nederlands voorwoord. Een belangrijk verschil tussen de oude en de nieuwe normen is de wijze waarop de capaciteitsberekening wordt uitgevoerd. Vanaf 1 september 2006 moeten alle op de Europese markt verkochte olie- en vetafscheiders voldoen aan de NEN-EN-normen en zijn voorzien van een CE-markering.

Wijzigingen in de regelgeving met het Activiteitenbesluit

Nieuwe bedrijven
Nieuwe bedrijven die voedingsmiddelen bereiden of dieren slachten dienen op grond van artikel 3.131 van het Activiteitenbesluit het vethoudend afvalwater voorafgaand aan de vermenging met ander afvalwater te leiden door een vetafscheider en slibvangput die voldoen aan en worden gebruikt conform NEN-EN 1825-1 en -2.

In het Activiteitenbesluit is aangegeven dat het onderhoud van de vetafscheider moet plaatsvinden conform NEN-EN 1825-1 en 2. Hierin staat vermeld dat minstens één keer per maand de afscheider moet worden geïnspecteerd, geleegd en schoongemaakt. Het bevoegd gezag kan met een lagere frequentie volstaan als dat geen nadelige gevolgen heeft met het oog op het doelmatig functioneren van de afscheider.

Alleen via een maatwerkvoorschrift kan een lozing afkomstig van een nieuw bedrijf met deze activiteiten zonder een dergelijke voorziening worden toegestaan. Hiervan kan gebruik worden gemaakt als bijvoorbeeld de omvang van deze activiteit erg gering is of indien er geen vetten bij de voedselbereiding worden gebruikt. Een getalsmatig criterium, zoals de 300 mg/l vet die in de 8.40-AMvB's stond, is komen te vervallen. Afgelopen jaren is gebleken dat dit een lastig te bepalen eenheid is met grote variaties in direct opeenvolgende metingen.

Bestaande bedrijven
Bedrijven van vóór 1 januari 2008 hebben op grond van het overgangsrecht artikel 6.24x van het Activiteitenbesluit een maatwerkvoorschrift gekregen waarin is aangegeven dat geplaatste afscheiders die voldoen aan en worden gebruikt conform NEN 7087 voldoen. Bestaande bedrijven zonder afscheider hebben op basis van artikel 6.24x overgangsrecht een maatwerkvoorschrift als bedoeld artikel 3.131, vijfde lid, waarin is aangegeven dat geen afscheider is verplicht. Als het bevoegd gezag toch een vetafscheider wil verplichten zal deze moeten kunnen aantonen dat de doelmatige werking van het riool belemmerd wordt door de lozing van dit bedrijf. Dit zal vaak zeer lastig zijn en bovendien moet de doelmatige werking van de riolering eerst verstoord zijn om het te kunnen aantonen. De directe relatie tussen het effect (vetafzetting/verstopping) en de veroorzaker is moeilijk te leggen. Vaak zal het voorkomen dat meerdere bedrijven op hetzelfde deel van het riool vethoudend afvalwater lozen. Als er dan verstopping als gevolg van de vetafzetting optreedt, is het vrijwel onmogelijk om één individuele veroorzaker aan te wijzen.

Handhaving van de oude NEN en nieuwe NEN-EN
Bij het plaatsen van nieuwe vetafscheiders moet de nieuwe NEN-EN gehanteerd worden. Bij handhaving van bestaande vetafscheiders geldt dat zowel het aantoonbaar voldoen aan de oude NEN als aan de nieuwe NEN-EN-norm in de geest van de wetgeving is. De overgangsregeling is zodanig dat de bestaande afscheiders blijven voldoen.

Capaciteitsberekening

Belangrijk verschil in de nieuwe norm is de capaciteitsberekening. In de NEN-EN 1825-2 worden in Annex A vier methoden van capaciteitsberekening genoemd:

  1. meting van het debiet
  2. berekening gebaseerd op aanwezige keukenapparatuur
  3. berekening gebaseerd op de soort keuken of soort vleesverwerking
  4. een op maat berekende capaciteit, die geaccepteerd is door het bevoegd gezag.

Voor de capaciteitsberekeningen onder 2 en 3 vindt u hier een rekenhulp voor de capaciteitsberekening op basis van de:

De berekeningen volgens 1 en 4 spreken voor zich.

Toepassing van de berekening gebaseerd op aanwezige keukenapparatuur heeft de voorkeur. Dat was ook de standaardrekenmethode onder de voorgaande NEN. De capaciteitsberekening op grond van de nieuwe NEN-EN 1825-2 leidt in het algemeen tot een grotere capaciteit dan onder de voorgaande NEN 7087. Het bevoegd gezag zal bij toepassing van de nieuwe berekeningsmethoden rekening moeten houden met de praktijksituatie van de activiteit.

Voor de handhaving van vetafscheiders wordt door het bevoegd gezag vaak gebruik gemaakt van meting van de vetlaag en controle van het logboek ter indicatie van de onderhoudsfrequentie van de afscheider. De vetlaagdikte en het logboek zijn echter niet in de huidige regelgeving vastgelegd en kunnen dus alleen dienen ter indicatie van de wijze van onderhoud.

Certificering
Certificering (met bijvoorbeeld een KOMO-keur) op grond van een beoordelingsrichtlijn (BRL) komt in het Activiteitenbesluit en het Besluit lozingen buiten inrichtingen niet terug. Als de vetafscheider voldoet aan de NEN-EN 1825 is deze tevens voorzien van een CE-markering. In de bijlage van de NEN-EN wordt uitgelegd wat de CE-markering inhoudt. Hier vindt u meer informatie over CE-markering: voor belanghebbenden en voor fabrikanten.

Het is niet eenvoudig om te toetsen of een niet-gecertificeerde vetafscheider aan de NEN-EN voldoet. De aspecten van de NEN-EN hebben onder andere betrekking op de dimensionering en de materiaaleigenschappen. Vooral dit laatste aspect is bij een eenmaal geplaatste afscheider moeilijk te beoordelen. In artikel 3.131, vijfde lid, Activiteitenbesluit is een maatwerkmogelijkheid opgenomen, om af te zien van een gecertificeerde vetafscheider, waarin wordt verwezen naar artikel 2.2, vierde lid. Op basis daarvan kan het bevoegd gezag preventieve maatregelen voorschrijven, maar ook een andersoortige vetafscheider. Het heeft de voorkeur gebruik te maken van deze maatwerkmogelijkheid van artikel 3.131, vijfde lid, boven de beoordeling als een gelijkwaardige voorziening als bedoeld in artikel 1.8.

De vetconcentratie in het effluent van de afscheider kan niet gebruikt worden om de gelijkwaardigheid aan te tonen, omdat deze sterk wisselend is en afhankelijk van de aard van de werkzaamheden. Zelfs als de vetafscheider/slibvangput goed is gedimensioneerd en recent is schoongemaakt kunnen de vetgehaltes in twee direct na elkaar genomen monsters sterk van elkaar verschillen, waardoor een steekmonster geen juist beeld geeft. Het nemen van een representatief monster vergt echter onevenredige inspanning.

Onderhoud

Om een goede werking van vetafscheiders te garanderen, zijn vanaf 1990 normen ontwikkeld en vastgesteld waaraan de afscheiders moeten voldoen. De normen hebben betrekking op onder meer het ontwerp (waaronder de dimensionering) en het onderhoud van de afscheiders. Op vetafscheiders en slibvangputten was NEN 7087 van toepassing. De nationale normen zijn inmiddels vervangen door Europese normen.

Voor vetafscheiders en slibvangputten zijn dat de NEN-EN 1825-1 en -2. Het betreft een integrale overname van de oorspronkelijke (Engelstalige) EN-norm, aangevuld met een Nederlands voorwoord. Een belangrijk verschil tussen de oude en de nieuwe normen is de wijze waarop de capaciteitsberekening wordt uitgevoerd. Vanaf 1 september 2006 moeten alle op de Europese markt verkochte olie- en vetafscheiders voldoen aan de NEN-EN-normen en zijn voorzien van een CE-markering.

Wijzigingen in de regelgeving met het Activiteitenbesluit

Nieuwe bedrijven
Nieuwe bedrijven die voedingsmiddelen bereiden of dieren slachten dienen op grond van artikel 3.131 van het Activiteitenbesluit het vethoudend afvalwater voorafgaand aan de vermenging met ander afvalwater te leiden door een vetafscheider en slibvangput die voldoen aan en worden gebruikt conform NEN-EN 1825-1 en -2.

In het Activiteitenbesluit is aangegeven dat het onderhoud van de vetafscheider moet plaatsvinden conform NEN-EN 1825-1 en 2. Hierin staat vermeld dat minstens één keer per maand de afscheider moet worden geïnspecteerd, geleegd en schoongemaakt. Het bevoegd gezag kan met een lagere frequentie volstaan als dat geen nadelige gevolgen heeft met het oog op het doelmatig functioneren van de afscheider.

Alleen via een maatwerkvoorschrift kan een lozing afkomstig van een nieuw bedrijf met deze activiteiten zonder een dergelijke voorziening worden toegestaan. Hiervan kan gebruik worden gemaakt als bijvoorbeeld de omvang van deze activiteit erg gering is of indien er geen vetten bij de voedselbereiding worden gebruikt. Een getalsmatig criterium, zoals de 300 mg/l vet die in de 8.40-AMvB's stond, is komen te vervallen. Afgelopen jaren is gebleken dat dit een lastig te bepalen eenheid is met grote variaties in direct opeenvolgende metingen.

Bestaande bedrijven
Bedrijven van vóór 1 januari 2008 hebben op grond van het overgangsrecht artikel 6.24x van het Activiteitenbesluit een maatwerkvoorschrift gekregen waarin is aangegeven dat geplaatste afscheiders die voldoen aan en worden gebruikt conform NEN 7087 voldoen. Bestaande bedrijven zonder afscheider hebben op basis van artikel 6.24x overgangsrecht een maatwerkvoorschrift als bedoeld artikel 3.131, vijfde lid, waarin is aangegeven dat geen afscheider is verplicht. Als het bevoegd gezag toch een vetafscheider wil verplichten zal deze moeten kunnen aantonen dat de doelmatige werking van het riool belemmerd wordt door de lozing van dit bedrijf. Dit zal vaak zeer lastig zijn en bovendien moet de doelmatige werking van de riolering eerst verstoord zijn om het te kunnen aantonen. De directe relatie tussen het effect (vetafzetting/verstopping) en de veroorzaker is moeilijk te leggen. Vaak zal het voorkomen dat meerdere bedrijven op hetzelfde deel van het riool vethoudend afvalwater lozen. Als er dan verstopping als gevolg van de vetafzetting optreedt, is het vrijwel onmogelijk om één individuele veroorzaker aan te wijzen.

Handhaving van de oude NEN en nieuwe NEN-EN
Bij het plaatsen van nieuwe vetafscheiders moet de nieuwe NEN-EN gehanteerd worden. Bij handhaving van bestaande vetafscheiders geldt dat zowel het aantoonbaar voldoen aan de oude NEN als aan de nieuwe NEN-EN-norm in de geest van de wetgeving is. De overgangsregeling is zodanig dat de bestaande afscheiders blijven voldoen.

Capaciteitsberekening

Belangrijk verschil in de nieuwe norm is de capaciteitsberekening. In de NEN-EN 1825-2 worden in Annex A vier methoden van capaciteitsberekening genoemd:

  1. meting van het debiet
  2. berekening gebaseerd op aanwezige keukenapparatuur
  3. berekening gebaseerd op de soort keuken of soort vleesverwerking
  4. een op maat berekende capaciteit, die geaccepteerd is door het bevoegd gezag.

Voor de capaciteitsberekeningen onder 2 en 3 vindt u hier een rekenhulp voor de capaciteitsberekening op basis van de:

De berekeningen volgens 1 en 4 spreken voor zich.

Toepassing van de berekening gebaseerd op aanwezige keukenapparatuur heeft de voorkeur. Dat was ook de standaardrekenmethode onder de voorgaande NEN. De capaciteitsberekening op grond van de nieuwe NEN-EN 1825-2 leidt in het algemeen tot een grotere capaciteit dan onder de voorgaande NEN 7087. Het bevoegd gezag zal bij toepassing van de nieuwe berekeningsmethoden rekening moeten houden met de praktijksituatie van de activiteit.

Voor de handhaving van vetafscheiders wordt door het bevoegd gezag vaak gebruik gemaakt van meting van de vetlaag en controle van het logboek ter indicatie van de onderhoudsfrequentie van de afscheider. De vetlaagdikte en het logboek zijn echter niet in de huidige regelgeving vastgelegd en kunnen dus alleen dienen ter indicatie van de wijze van onderhoud.

Certificering
Certificering (met bijvoorbeeld een KOMO-keur) op grond van een beoordelingsrichtlijn (BRL) komt in het Activiteitenbesluit en het Besluit lozingen buiten inrichtingen niet terug. Als de vetafscheider voldoet aan de NEN-EN 1825 is deze tevens voorzien van een CE-markering. In de bijlage van de NEN-EN wordt uitgelegd wat de CE-markering inhoudt. Hier vindt u meer informatie over CE-markering: voor
belanghebbenden en voor fabrikanten.

Het is niet eenvoudig om te toetsen of een niet-gecertificeerde vetafscheider aan de NEN-EN voldoet. De aspecten van de NEN-EN hebben onder andere betrekking op de dimensionering en de materiaaleigenschappen. Vooral dit laatste aspect is bij een eenmaal geplaatste afscheider moeilijk te beoordelen. In artikel 3.131, vijfde lid, Activiteitenbesluit is een maatwerkmogelijkheid opgenomen, om af te zien van een gecertificeerde vetafscheider, waarin wordt verwezen naar artikel 2.2, vierde lid. Op basis daarvan kan het bevoegd gezag preventieve maatregelen voorschrijven, maar ook een andersoortige vetafscheider. Het heeft de voorkeur gebruik te maken van deze maatwerkmogelijkheid van artikel 3.131, vijfde lid, boven de beoordeling als een gelijkwaardige voorziening als bedoeld in artikel 1.8.

De vetconcentratie in het effluent van de afscheider kan niet gebruikt worden om de gelijkwaardigheid aan te tonen, omdat deze sterk wisselend is en afhankelijk van de aard van de werkzaamheden. Zelfs als de vetafscheider/slibvangput goed is gedimensioneerd en recent is schoongemaakt kunnen de vetgehaltes in twee direct na elkaar genomen monsters sterk van elkaar verschillen, waardoor een steekmonster geen juist beeld geeft. Het nemen van een representatief monster vergt echter onevenredige inspanning.

Onderhoud

In de NEN-EN-1825 is als verplichting opgenomen dat de afscheider eens per maand volledig wordt geleegd en op gebreken wordt gecontroleerd. Dit kan overigens, zie artikel 3.131, lid 4, aangescherpt of versoepeld worden door het bevoegd gezag mits de goede werking van de afscheider is gewaarborgd (daar hoeft geen maatwerkvoorschrift voor worden opgesteld). Het vet wordt dus regelmatig verwijderd en correct afgegeven aan een erkende inzamelaar. Verder staat er in de NEN dat de slibopvangruimte voor maximaal 50% gevuld mag zijn en de vetopslagruimte (tussen de schotten) voor maximaal 80% gevuld mag zijn. Dit laatste komt in het algemeen overeen met een vetlaagdikte van ca. 16 cm. Als deze (ook door de fabrikant per type bepaalde) grenzen overschreden worden, wordt de afscheider niet goed onderhouden.

Controlevoorziening
In artikel 4.109 van het Activiteitenbesluit is geen controlevoorziening voorgeschreven. Het getalsmatig criterium van 300 mg/l uit de 8.40-AMvB's is met de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit komen te vervallen. Er is dus ook geen noodzaak meer om een controlevoorziening voor te schrijven.

 

Vetafscheiders

Belangrijke opmerking van onze kant. Bovenstaande is niet door ons bedacht maar overgenomen uit andere op het moment van schrijven beschikbare bronnen.
Hierboven kunnen onwaarheden staan waar wij ons op het moment van schrijven niet van bewust waren. Ook kan het op het moment van lezen niet meer actueel zijn. Wij kunnen geen verantwoording nemen voor het geen wij hier hebben geschreven. het is aan een ieder om zich bij de juiste instanties te laten voorlichten over de huidige geldende regels, normen en wetgeving met betrekking tot het bovenstaande.

Home
Bestelformulier
Capaciteit bepalen
Werking
Prijslijst
Offerte aanvragen
Modellen:
 
GGX7 - 0,75 L/s
  GGX15 - 1 L/s
  GGX25 - 1,6 L/s
  GGX35 - 2,2 L/s
  GGX50 - 3 L/s
  GGX75 IS- 5,7 L/s
  GGX75 AST- 5,7 L/s
  GGX125 AST - 7,9 L/s
   
  D1 - 0,75 L/s
  D2 - 1,25 L/s
  D3 - 1,75 L/s
  D4 - 2,25 L/s
  D5 - 3,5  L/s
Overig:
  Blower kit
  Maritieme uitvoering
  Reiniging douche
  Koffiedrap filter
  Grofvuil filter
  Bodemzeef afvalmandje
 
Wetgeving
Video
Praktijk situaties
PDF bestanden
Verzoek:
Maatwerk oplossing
    PDF   Word
E-mail
Contact

 

 

Zoeken / index         A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  Q  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z
 

  HOREPA v.o.f.
Groene Wuiver 3
1718 LM
Hoogwoud (N-H)
Nederland
 
Telefoon:

 

0226 35 45 35 Rabobank: 32 97 07 620
      +31 (0) 226 35 45 35 IBAN: NL32 rabo 0329707620
        Bic: raboNL2u
   

0031 226 35 45 35    
  Fax: +31 (0) 226 359 6 14 ING bank: 7458860
      IBAN: NL04 ING B000 7458860
      Bic: INGBNL2A
  Mail: vetafscheider@horepa.nl    
         
    Btw nummer: NL818444423B01    
    K.v.K. te Hoorn: 37135685    
  [ Route als PDF bestand ]      [ Route Google maps ]      Graag wel eerst een afspraak met ons maken.
 

Algemene verkoop-, leverings- en betalingsvoorwaarden
Alle prijzen zijn af magazijn en exclusief 21% btw, prijswijzigingen zet- en drukfouten voorbehouden.
Gebruiksvoorwaarden

Alle aanbiedingen zijn geldig zolang de voorraad strekt. Bestellingen uitsluitend schriftelijk, per
fax of e-mail.

© HOREPA®